De aanleg van een braakstrook op grasland helpt om een beter leefgebied voor kievitkuikens te maken. Dit blijkt uit onderzoek dat bureau Altenburg en Wymenga van april tot en met juni vorig jaar heeft uitgevoerd. Omdat het vorig jaar een relatief koud en nat voorjaar was, wordt het onderzoek dit weidevogelseizoen opnieuw uitgevoerd. Zo kan het effect over verschillende jaren worden gemeten. Daarnaast worden de kieviten die vorig jaar zijn gezenderd, op de voet gevolgd. De vraag is of ze dit jaar weer naar de braakstroken zijn teruggekeerd. Vrijdag 13 mei jl. werd gedeputeerde Douwe Hoogland in de Wynzerpolder uitgebreid over de voortgang van het onderzoek geïnformeerd.
Deze maanden meten de onderzoekers met zogenoemde potvallen wekelijks het aantal insecten op de braakstrook en in het nabijgelegen grasland. Een aantal volwassen kieviten is voorzien van een gps-zender waarmee de onderzoekers het terreingebruik en gedrag van deze families in kaart brengt. Daarnaast wordt het aantal alarmerende, van het nest vliegende, kieviten op percelen met een braakstrook én zonder braakstrook geteld. Ook controleren de onderzoekers of de gezenderde vogels daadwerkelijk kuikens hebben. Het onderzoek wordt net zoals vorig jaar op verschillende braakstroken in weidevogelgebieden rond Oentsjerk, Kollum, Driezum, Lekkum, Kollumperpomp en de Wynserpolder uitgevoerd.
Resultaten onderzoek 2021
Uit het onderzoek van vorig jaar blijkt dat een braakstrook een vertragende invloed heeft op de vegetatieontwikkeling. Daarnaast is zowel het aantal als het totaalgewicht van de grote geleedpotigen (o.a. spinnen en insecten), voedsel voor kievitkuikens, in braakstroken hoger dan op aangrenzend grasland. Uit dit onderzoek blijkt ook dat ouders van kievitkuikens aan het begin van de kuikenperiode bovengemiddeld vaak gebruik maken van de braakstrook. Vooral in de periode waarin kuikens nog relatief klein zijn bevinden families zich relatief vaak op braakstroken. In de steekproef van gevolgde kievit-families, hadden kuikens uitgekomen op een perceel met braakstrook echter geen significant hogere uitvliegkans dan kievitkuikens uitgekomen op een referentieperceel.
Lees hier het volledige onderzoeksrapport.
Samenwerking
Bureau Altenburg & Wymenga voert het onderzoek in opdracht van vereniging Noardlike Fryske Wâlden en de provincie Fryslân uit.