De aanleg van een braakstrook op grasland kan een waardevolle toevoeging zijn om een beter leefgebied voor kievitkuikens te creëren. Dit blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat bureau Altenburg en Wymenga vanaf april tot en met juni in opdracht van vereniging Noardlike Fryske Wâlden en de provincie Fryslân op zes verschillende locaties heeft uitgevoerd.
Dinsdag 2 november presenteerde onderzoeker Jelle Loonstra de eerste resultaten van het onderzoek. Dit gebeurde tijdens een avond voor de weidevogelbeheerders en gebiedsregisseurs van vereniging Noardlike Fryske Wâlden. Uit het onderzoek blijkt dat een braakstrook een vertragende invloed heeft op de vegetatieontwikkeling. Daarnaast is zowel het aantal als het totaalgewicht van de grote geleedpotigen, voedsel voor kievitkuikens, in braakstroken hoger dan op aangrenzend grasland. Uit het onderzoek blijkt ook dat ouders van kievitkuikens aan het begin van de kuikenperiode ten opzichte van het totaal beschikbaar broedhabitat bovengemiddeld vaak gebruik maken van de braakstrook. Vooral in de periode waarin kuikens nog relatief klein zijn bevinden families zich relatief vaak op braakstroken. In de steekproef van gevolgde kievit-families, hadden kuikens uitgekomen op een perceel met braakstrook echter geen significant hogere uitvliegkans dan kievitkuikens uitgekomen op een referentieperceel. Omdat het onderzoek is uitgevoerd in een relatief koud en nat voorjaar is het advies om het onderzoek te herhalen zodat ingeschat kan worden of deze maatregel over verschillende jaren van positieve invloed kan zijn.
Het onderzoek vond plaats op verschillende locaties rond Oentsjerk, Kollum, Driezum, Lekkum, Kollumperpomp en de Wynserpolder. Het definitieve rapport zal later deze maand op de website van de vereniging worden gepubliceerd.
Resultaten weidevogelseizoen in de Noardlike Fryske Wâlden
Tijdens de avond presenteerde Evie van der Velde, themacoördinator van de vereniging Noardlike Fryske Wâlden de resultaten van een redelijk verlopen weidevogelseizoen. Gedurende het beheerjaar werd al duidelijk dat het een beter jaar dan 2021 zou worden. Er werden veel weidevogels waargenomen en op veel percelen werd het maaien met één of meerdere weken uitgesteld om de weidevogels de ruimte te geven. De cijfers over afgelopen weidevogelseizoen zijn zeker beter dan voorgaand beheerjaar. Er zijn wel grote verschillen tussen de mozaïeken. Sommige mozaïeken hebben een waar topjaar achter de rug met veel meer weidevogels dan voorgaande jaren. Maar andere mozaïeken hebben slechts een hele minimale plus in het aantal weidevogels vergeleken met voorgaande jaren. Voor enkele mozaïeken wordt door de veldmedewerkers ook aangegeven dat er elk jaar weer minder vogels terugkomen dan het jaar ervoor. Wat daarvan de oorzaak is, valt moeilijk te zeggen. Het biotoop is op orde, er vindt voldoende vernatting plaats en er zijn voldoende rustpercelen gedurende het weidevogelseizoen. De volledige presentatie kunt u hier terugzien.
Gebiedsregisseurs in het zonnetje
Tijdens de avond werden de 15 gebiedsregisseurs van de vereniging Noardlike Fryske Wâlden in het zonnetje gezet. Ieder weidevogelseizoen zijn zij de schakel tussen de boeren, die via het systeem van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) aan weidevogelbeheer meedoen, en andere partijen zoals de vogelwachten. Zij zijn de ogen en oren in het gebied. Als waardering voor hun jarenlange, enthousiaste inzet, ontvingen zij uit handen van Albert van der Ploeg, voorzitter van de vereniging Noardlike Fryske Wâlden het boek Grutto van Otto Plantema en Astrid Kant.
Start onderzoek Wageningen University naar beloning weidevogelbeheer
Tijdens de avond gaven onderzoekers van Wageningen University een toelichting op het EFFECT-onderzoek dat in november start. Hierin kijken zij op welke wijze weidevogelbeheer kan worden beloond. Kijk voor meer informatie op de projectenpagina.
[rl_gallery id=”6195″]