In deze praktijkproef werd met mestmonsters inzichtelijk gemaakt wat de effecten van toevoegmiddelen zijn als die structureel en consequent worden toegevoegd. De praktijkproef werd uitgevoerd door een student dier- en veehouderij van Hogeschool Van Hall Larenstein.
Van oktober tot en met februari is op tweeëntwintig verschillende (melk)veebedrijven om de twee weken middelen van Mulderagro en Rinagro in mestkelders toegevoegd. Dit gebeurde volgens een vast werkprotocol en met een dosering dat was afgestemd op de hoeveelheid mest in de kelders en het aantal grootvee eenheden (GVE) in de stal.
Het doel van de proef was het opdoen van praktijkervaringen met het consequent toedienen van toevoegmiddelen. Uit de proef blijkt dat er veel variabelen zoals o.a. voerrantsoen, boxenstrooisel en formaldehidengebruik invloed uitoefenen op de meetresultaten. Filmpjes van mestmonsters met daarin micro-organismen bevestigen dat er in elk geval meer microbiële activiteit in behandelde mest plaatsvindt. Ook is men positief over de mixbaarheid en geur van de mest bij het gebruik van toevoegmiddelen.
Desalniettemin zijn er nog vragen over toxische stoffen en wat de uiteindelijke uitwerking op het bodemleven zal zijn. Aangezien dit geen wetenschappelijk onderzoek was, kunnen er geen harde conclusies worden getrokken. De keuze om de producten te (blijven) gebruiken ligt dan ook bij elk individueel bedrijf.
N.B. Toevoegmiddelen zijn bedoeld om nutriënten, voornamelijk stikstof, in de mest te behouden en zo de uitstoot in de vorm van ammoniak tegen te gaan. Ook hoeft de behouden stikstof niet meer in de vorm van kunstmest te worden aangekocht.
Doel: Met mestmonsters inzichtelijk maken wat de effecten van toevoegmiddelen zijn als die structureel en consequent worden toegevoegd
Looptijd: Oktober 2018 t/m februari 2019 (afgerond)
Vervolg: Mogelijk binnen het Fjildlab
Contactpersoon NFW: Jelle Pilat, themacoördinator M: 06 – 4038 3350 E: jpilat@nfw.bm
Eindpresentatie opwaardering drijfmest
Onderzoeksrapport Project Opwaardering Drijfmest (definitief, 15-7-2019)