De wintermaanden zijn werkmaanden in het coulisselandschap. Het is de periode om houtwallen en elzensingels te onderhouden. Extra aandacht is er voor de aanpak van exoten, zoals de Amerikaanse Vogelkers, een boom die steeds vaker opduikt in houtwallen en bij een verkeerde aanpak inheemse soorten kan verdringen.
De Amerikaanse vogelkers is in 1740 in Nederland geïntroduceerd. Vanaf de jaren dertig wordt de boom gezien als plaag. In de jaren vijftig is een poging gedaan om de Amerikaanse vogelkers uit te roeien, maar zonder succes. In toom houden is nu het devies.
In houtwallen en elzensingels is dit extra van belang. In dichte bossen zie je de boom niet veel, de Amerikaanse vogelkers gedijt echter enorm goed in smalle landschapselementen waar het lichter is. Het periodieke onderhoud, waarbij er meer licht op de bodem komt, is helemaal een feest voor de boom.
In principe profiteren ook inheemse bomen van meer licht, maar omdat de Amerikaanse vogelkers een snellere groeier is, verdrijft deze de inheemse soorten.
In het verleden werden chemische middelen zoals glyfosaat gebruikt voor het bestrijden van de boom. Nu dat niet meer is toegestaan, is mechanische bestrijden de enige optie.
Afhankelijk van de groeiplaats en aard van de beplanting kunnen verschillende methoden worden gebruikt.
Jonge opslag uit zaad kan handmatig worden uitgetrokken. Jonge struiken kunnen worden uitgestoken met een spade. Bij grotere struiken of zelfs bomen is het uitputten van de struik de beste methode. Dit houdt in dat de stammen van de struiken worden gezaagd of geknipt. De uitlopers die weer ontstaan moeten vervolgens een of twee keer per jaar worden afgestoken.
Een andere methode, geschikt voor forse struiken en bomen, is het ringen van de stam. Hierbij wordt de stam over een breedte van 5 tot 10 centimeter rondom geschild, zodat het transport van voedingsstoffen voor de boom wordt onderbroken. De boom sterft dan geheel af, inclusief wortelgestel.
Omdat de Amerikaanse vogelkers gedijt bij het periodieke onderhoud, is het aan te bevelen de bestrijding aan te pakken voordat er wordt begonnen met het algemene, grote onderhoud. Een andere tip is om na werkzaamheden nieuwe, goede struiken en bomen te planten, zodat er weer schaduw op de bodem is en de groeiomstandigheden voor de Amerikaanse vogelkers worden belemmerd.
Snoeihout kan het beste worden afgevoerd. Stammen van bomen zijn overigens prima brandhout voor de kachel.
Een andere exoot waar beheerders alert op moeten zijn is de Japanse Duizendknoop. De aanwezigheid hiervan is in NFW nog beperkt en daarmee nog goed te beheersen. In tegenstelling tot de zuidelijke delen van Fryslân. Daar werden in het verleden taluds aangelegd met grond waarin de wortel zat verwerkt.
De bestrijding van de plant kan het beste in het groeiseizoen gebeuren. Door stengels meerdere keren per groeiseizoen af te knippen wordt de plant verzwakt. Plekken waar de Japanse Duizendknoop voorkomt, moeten niet worden meegenomen in het reguliere maaibeheer, omdat de plant apart moet worden afgevoerd naar een gecertificeerd composteerbedrijf.
Bron: Landschapsbeheer Friesland
Lees hier meer over de bestrijding van invasieve soorten