Op donderdag 1 oktober hebben Frans Kloosterman van de Bond Friese VogelWachten, Wigle Sinnema , Hans Kroodsma en Albert van der Ploeg namens de collectieven, Siebren Siebenga van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en Jan Teade Kooistra namens de landbouworganisatie LTO overlegd met de gedeputeerden Klaas Fokkinga en Douwe Hoogland.
Het huidige rendement van het weidevogelbeheer is negatief. Positieve effecten van beheer worden op grote schaal teniet gedaan door predatie van nesten en kuikens. Zonder ingrijpen in populaties van predatoren is herstel niet mogelijk. Er is geen tijd meer om te wachten tot het leefmilieu van alle boerenland weer optimaal is voor weidevogels. Om dit mogelijk te maken moet het provinciebestuur de ruimte in de regels van de Wet Natuurbescherming opzoeken.
Iedereen (h)erkende dat 2020 het een dramatisch jaar is geworden voor de weidevogels. Eind oktober komt het weidevogelbericht uit met de resultaten van de agrarische gebieden en natuurgebieden met het overzicht van alle telgegevens die in het weidevogelrapport en predatierapport staan.
Om het leefgebied van de weidevogels op orde te krijgen zijn veel grotere aaneengesloten gebieden nodig. Hiervoor zijn extra middelen nodig. De ruimte in de regels van de wet natuurbescherming moet opgezocht worden. Er kan veel meer met ontheffingen gewerkt worden. Provinciale Staten kunnen vrijstellingen verlenen om soorten te bejagen die niet in hun bestaan bedreigd worden. Monitoring en betrouwbaarheid van gegevens zijn hierbij van groot belang. De FBE (Faunabeheer Eenheid) is graag bereid om een opzet te maken voor het predatie hoofdstuk in het faunabeheerplan. Een goed idee volgens de gedeputeerden.
De provincie is verantwoordelijk voor het gehele weidevogelbeheer en de uitvoering is belegd bij de boeren, collectieven , BFVW, natuurorganisaties en de jagers. De jagers hebben de capaciteit om het predatiebeheer op orde te krijgen. Andere vormen van predatiebeheer zoals het wegvangen van predatoren zijn op grote schaal nodig. Een reeële vergoeding hiervoor moet bespreekbaar zijn.
De vogelwachters en nazorgers in het veld beginnen elk voorjaar weer met goede moed, maar gaandeweg dit jaar is de motivatie naar een nieuw dieptepunt gezakt. Willen we een beroep kunnen blijven doen op de vele vrijwilligers dan moet er volgend jaar eerder en sneller ingegrepen kunnen worden.
Tenslotte is het het diepe besef dat de problematiek gezamenlijk opgepakt moet worden. Boeren en natuurorganisaties samen met burgers en de bestuurders.
Tijdens de bijeenkomst is het BFVW-rapport “cijfers predatieverlies” en ook het KNJV-rapport van Knol&Venema “Vermindering van predatiedruk bij weidevogels “ aan de beide gedeputeerden overhandigd. De vier organisaties vonden goed gehoor bij de gedeputeerden die zich er beide heel goed van bewust zijn dat het voortbestaan van onze weidevogels aan een zijden draadje hangt. Ook vereniging Noardlike Fryske Wâlden herkent het probleem met de weidevogels, we moeten samen optrekken om de weidevogels te helpen.
Foto: Marcel van Kammen