Pakket NFW Duurzaam slootbeheer

Beschrijving

Een sloot is een veelvuldig voorkomend nat lijnvormig landschapselement dat oorspronkelijk vooral bedoeld is om water af te voeren naar een hoofdwatergang (en vervolgens de boezem). Sloten komen in het hele land voor, maar de meeste sloten liggen in gebieden met veenweiden en zeekleibodems. Afhankelijk van hun breedte, diepte en profiel kunnen sloten van belang zijn voor soorten als krabbenscheer, fonteinkruid, zwanebloem, grote modderkruiper en bittervoorn. Naast de minimumeisen die het waterschap stelt aan het onderhoud van sloten (de Keur) kan zorgvuldig en gefaseerd beheer van de sloot de ecologische waarde ervan versterken.

 

Ecologisch slootschonen is een bestaand pakket waarbij sloten m.b.v. een maaikorf of eco-reiniger worden gehekkeld. Hierbij blijft het bodemprofiel intact en kan een deel van de beplanting blijven staan. Om de ecologie in- en rondom sloten te bevorderen kan er een kruidenrijke rand worden gecreëerd. De rand heeft geen gevolgen voor de mestplaatsing, de rand zelf blijft echter wel bemestingsvrij.

Het hekkelmateriaal wordt op maximaal 1 meter van de walinsteek gedeponeerd, dit wordt in september gedaan. Daarna moet het hekkelmateriaal voor de ingang van de rustperiode (1 april) verwijderd- of verwerkt zijn.

 

Beheerpakketten

1.a) Baggeren met de baggerpomp, 50 tot 100%.

1.b) Baggeren met de baggerpomp, 50 tot 100% i.c.m. kruidenrijke rand

2.a) Ecologisch slootschonen, 40 tot 100%.

2.b) Ecologisch slootschonen, 40 tot 100% i.c.m. Kruidenrijke rand

3) Ecologisch slootschonen voor krabbenscheervegetaties, 40 tot 60%.

Pakket 1.a.: Baggeren met baggerpomp

Beheereisen

  • Er wordt van 1 augustus tot 1 oktober geschoond en/of gemaaid. , voor de resterende periode 2019 t/m 2021 dient het nieuw aangevraagde beheer minimaal 1x geschoond te worden, het mag ook vaker maar er is aangehouden om minimaal eens per 3 jaren te schonen.
  • Bagger is op aangrenzende landbouwgrond gespoten; u kunt het uitgevoerde werk achteraf melden binnen 2 weken (beheereenheid is sloot plus aangrenzende landbouwgrond) na uitvoeren.
  • De sloot kan slechts door één persoon aangevraagd worden en wordt op lengtemeters uitbetaald.

 

 

Aanvullende beheervoorschriften

  • Minimaal 50% van de oppervlakte van watergangen die geen hoofdtaak hebben in de waterafvoer, gefaseerd baggeren (niet gehele breedte van de watergang/ niet alles tegelijk). Er wordt gebaggerd in mozaïekvorm, dus niet alles tegelijk, het Collectief geeft aan wanneer werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Is nog niet van toepassing. De schouw kan trouwens wel adviseren of er slootschonen nodig is.
  • Er wordt niet gezogen binnen 60 cm vanaf de waterlijn.
  • Baggerpomp zonder vleugels gebruiken. De zuigkop van de baggerpomp wordt iedere keer zoveel mogelijk door dezelfde vore getrokken in de sloot.
  • De sloot is minimaal 2 meter breed en loopt tijdens het baggeren niet droog.
  • Er komt geen bagger terecht in de slootkant.
  • Voldoende (variatie in)slootdiepte aanbrengen: delen 60-80 cm om overwinteringsplaatsen te creëren.
  • Bij krabbenscheervegetaties de baggerpomp onder de aanwezig krabbenscheervegetaties doortrekken.
  • Bij krabbenscheervegetaties: eens in de vier jaar baggeren en minimaal 40 en maximaal 60% van de krabbenscheervegetatie laten staan (eventueel terugzetten).
  • Er mogen geen meststoffen in het element gebruikt worden.

 

Pakket 1.b. Baggeren met baggerpomp i.c.m. Kruidenrijke rand

Beheereisen

  • Bij het baggeren gelden dezelfde beheereisen als Pakket A, aangrenzend is een kruidenrijke graslandrand aanwezig van (2 tot 6 meter).
  • Rand begint bij de walinsteek, bagger mag in niet de rand worden gedeponeerd maar moet over het aangrenzende grasland worden uitgespoten.
  • Er wordt een rustperiode in acht genomen van 1 april tot 15 juni, waarbij 4 (Klasse A) of 8 (Klasse B) verschillende indicatorsoorten aanwezig zijn.
  • In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats
  • Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid
  • Het gewas wordt jaarlijks na 15 juni minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd

 

Aanvullende beheervoorschriften

  • Beweiding in de rustperiode is toegestaan, bemesting is het gehele jaar niet toegestaan(dit heeft geen gevolgen voor de mestplaatsing).
  • De oppervlakte wordt uitsluitend beweid met een maximale veedichtheid van 3 GVE/ha (of 20 schapen (ooi of ram) incl. lammeren tot een half jaar/ha). Het gaat hier om het totale perceeloppervlakte, dus niet alleen de rand.
  • In de rustperiode wordt de beheereenheid niet gemaaid, gerold, gesleept, of bemest. In deze periode is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan.
  • Chemische onkruidbestrijding is alleen toegestaan bij pleksgewijze bestrijding van haarden van akkerdistel, ridderzuring, jacobskruiskruid en brandnetel buiten de rustperiode.
  • Het graslandrand mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid.

 

Pakket 2.a.: Ecologisch slootschonen

Beheereisen

  • Er wordt van 1 september tot 1 oktober geschoond en/of gemaaid. , voor de resterende periode 2019 t/m 2021 dient het nieuw aangevraagde beheer minimaal 1x geschoond te worden, het mag ook vaker maar er is aangehouden om minimaal eens per 3 jaren te schonen.
  • De sloot kan slechts door één persoon aangevraagd worden en wordt op lengtemeters uitbetaald.
  • Snoei- en of maaiafval wordt direct verwijderd. Het uitgevoerde beheer dient binnen twee weken na uitvoeren te worden gemeld bij vereniging NFW.

 

Aanvullende beheervoorschriften

  • Bij het slootschonen wordt gebruik gemaakt van een maaikorf of een ecoreiniger. Andere slootreinigingsapparatuur kan ook gebruikt worden mits het bodemprofiel inclusief de wortels van waterplanten in de sloot niet beschadigd wordt.
  • Het hekkelmaaisel wordt op 1 meter van de waterinsteek gedeponeerd. Na 1 dag mag het worden afgevoerd of worden verwerkt op het naastgelegen perceel d.m.v. bijv. een wallenvrees. Afvoeren of verwerken dient voor 1 april afgerond te zijn. Het is niet toegestaan bagger in het element te deponeren.
  • Indien de Keur en de breedte van de sloot dit toestaat blijft een deel van de slootbegroeiing tijdens het slootschonen staan (afhankelijk van de Keur maximaal 25% van de begroeiing). Uw rayonbeheerder kan aangeven of er begroeiing mag blijven staan of dat de volledige sloot geschoond dient te worden.
  • Er mogen geen meststoffen in het element gebruikt worden.

 

Pakket 2.b.: Ecologisch slootschonen i.c.m. kruidenrijke rand

Beheereisen

  • Bij het slootschonen gelden dezelfde beheereisen als Pakket 2.a., aangrenzend is een kruidenrijke graslandrand aanwezig van (2 tot 6 meter).
  • Er wordt een rustperiode in acht genomen van 1 april tot 15 juni, waarbij 4 (Klasse A) of 8 (Klasse B) verschillende indicatorsoorten aanwezig zijn.
  • In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats
  • Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid
  • Het gewas wordt jaarlijks na 15 juni minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd

 

Aanvullende beheervoorschriften

  • Beweiding in de rustperiode is toegestaan, bemesting is het gehele jaar niet toegestaan (dit heeft geen gevolgen voor de mestplaatsing).
  • De oppervlakte wordt uitsluitend beweid met een maximale veedichtheid van 3 GVE/ha (of 20 schapen (ooi of ram) incl. lammeren tot een half jaar / ha). Het gaat hier om het totale perceeloppervlakte, dus niet alleen de rand.
  • In de rustperiode wordt de beheereenheid niet gemaaid, gerold, gesleept, of bemest. In deze periode is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan.
  • Chemische onkruidbestrijding is alleen toegestaan bij pleksgewijze bestrijding van haarden van akkerdistel, ridderzuring, jacobskruiskruid en brandnetel buiten de rustperiode.
  • Het graslandrand mag niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid.

 

Pakket 3: Ecologisch slootschonen voor krabbenscheervegetaties

Beheereisen

  • Er wordt van 1 september tot 1 oktober geschoond en/of gemaaid. , voor de resterende periode 2019 t/m 2021 dient het nieuw aangevraagde beheer minimaal 1x geschoond te worden, het mag ook vaker maar er is aangehouden om minimaal eens per 3 jaren te schonen.
  • Snoei- en of maaiafval wordt direct verwijderd.

 

Aanvullende beheervoorschriften

  • Bij het slootschonen wordt gebruik gemaakt van een maaikorf of een ecoreiniger. Andere slootreinigingsapparatuur kan ook gebruikt worden mits het bodemprofiel inclusief de wortels van waterplanten in de sloot niet beschadigd wordt.
  • De sloot wordt 1 keer per 3 jaar geschoond, waarbij minimaal 40% en maximaal 60% van de aanwezige begroeiing met krabbenscheer in de lengterichting van de sloot blijft staan.
  • Het slootvuil wordt op 1 meter van de waterinsteek gedeponeerd. Na 1 dag mag het worden afgevoerd of worden verwerkt op het naastgelegen perceel d.m.v. bijv. een wallenvrees. Afvoeren of verwerken dient voor 1 april afgerond te zijn.
  • Voor deze variant is toestemming nodig van het waterschap, of deze vorm van beheer moet toelaatbaar zijn volgens de Keur. Uw rayonbeheerder kan aangeven of er een deel van de krabbenscheerpopulatie kan blijven staan of dat het volledig moet worden geschoond.
  • Er mogen geen meststoffen in het element gebruikt worden.

 

© 2024 · Noardlike Fryske Wâlden · disclaimer · concept & realisatie door Custard on & offline communicatie